EASY

DANS - Data Archiving and Networked Services

Search datasets

Close Search help

'Tot behoef van de siecken ende armen'. Archeologisch onderzoek naar het Bredase Gasthuis, 1958-2006

Cite as:

Jacobs, drs. E. (ADC ArcheoProjecten); Jonge, MA L. de (Gemeente Breda); Baetsen, drs. S. (Steffen Baetsen Fysische Antropologie); Esser, drs. K. (Archeoplan Eco); Hendriks, drs. J.; Kievith, H. de (gemeente Breda); Kootker, drs. L.; Nooijen, drs. C.; Ostkamp, drs. S.; Otten, G. (gemeente Breda); Peters, E. (): 'Tot behoef van de siecken ende armen'. Archeologisch onderzoek naar het Bredase Gasthuis, 1958-2006. DANS. https://doi.org/10.17026/dans-278-x3bg

2013 Jacobs, drs. E. (ADC ArcheoProjecten); Jonge, MA L. de (Gemeente Breda); Baetsen, drs. S. (Steffen Baetsen Fysische Antropologie); Esser, drs. K. (Archeoplan Eco); Hendriks, drs. J.; Kievith, H. de (gemeente Breda); Kootker, drs. L.; Nooijen, drs. C.; Ostkamp, drs. S.; Otten, G. (gemeente Breda); Peters, E. 10.17026/dans-278-x3bg

Het voormalige Gasthuiscomplex van Breda ligt net buiten de middeleeuwse stadskern die in de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw was omgeven door een stadsmuur en stadsgracht. Aan de zuidzijde van de uitvalsweg die uiteindelijk richting ’s Hertogenbosch voert en daarom Boschstraat genoemd. Oorspronkelijk was de benaming van deze weg “Bij het Gasthuis” of “Buiten de Gasthuispoort”. De bebouwing aan de Boschstraat, oostelijk van het Gasthuis, ontwikkelde zich in die tijd zodanig dat de straat in 1526 werd aangeduid als het Gasthuiseinde, waarbij de term ‘einde’ duidt op een voorstad met aaneengesloten lintbebouwing. Ook aan de zuidelijke en westelijke uitvalswegen waren dergelijke voorsteden in de late middeleeuwen ontstaan. Deze werden ook opgenomen in de nieuwe vestingwerken die vanaf 1531 werden aangelegd. Daarmee kwam ook het Gasthuis binnen de vesting te liggen.
De exacte stichtingsdatum van het Gasthuis van Breda is onbekend, evenmin door wie het gesticht is. De oudste vermelding ervan dateert uit 1246. Het gaat daarbij om het testament van Godfried IV van Schoten, heer van Breda, waarin hij een klein legaat aan het ‘hospitale de Breda’ nalaat. Aangenomen wordt dat hiermee het Gasthuis bedoeld wordt. Gezien het feit dat de vermelding ervan nog van voor de stadsrechten in 1252 dateert, wordt aangenomen dat het Gasthuis dan nog niet lang bestaat en niet verder teruggaat dan het eerste of tweede kwart van de 13de eeuw. Deze aanname is in overeenstemming met het feit dat de meeste gasthuisstichtingen in Brabant en elders uit deze periode dateren.
In de periode 1958-2006 zijn er op het terrein van het Gasthuis diverse opgravingen uitgevoerd. Daarmee is ca. tweederde van het terrein onderzocht. Het niet onderzochte gedeelte bevindt zich onder het huidige museum of is niet opgegraven tijdens het onderzoek van 1985. In januari 2010 presenteerden Erfgoed Nederland en NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek de tweede fase van het Odysseeprogramma, dat zich richt op de ontsluiting van onuitgewerkt archeologisch onderzoek uit de twintigste eeuw. Kortlopend onderzoek, van maximaal een jaar, zou kunnen worden gefaciliteerd met een NWO-subsidie. De gemeente Breda heeft aangegeven in aanmerking te willen komen voor een plek in het Odysseeprogramma en wel voor het Gasthuiscomplex van Breda. Op 14 juli 2010 deelde de Stuurgroep Odyssee, namens NWO en Erfgoed Nederland mee dat was besloten het ingediende voorstel te willen subsidiëren.
Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het rapport "'Tot behoef van de siecken ende armen' Archeologisch onderzoek naar het Bredase Gasthuis, 1958-2006". Met dit rapport zijn we er in geslaagd om verbindingen te leggen tussen de diverse opgravingsprojecten en het complex nauwkeuriger te duiden. Ruimtelijke ontwikkelingen op en om het complex worden aan de hand van de opgravingsdata en historisch onderzoek verhelderd. De vroegste ontwikkeling blijft echter in nevelen gehuld. Doordat het Gasthuis in of bij een reeds bestaande (agrarische) nederzetting wordt werd gebouwd en het ontbreken van goed gedateerde sporen uit deze tijd is het niet goed mogelijk om de aard en begrenzing van het oudste complex vast te stellen. In de 14e -16e eeuw is er echter sprake van een volwaardig gasthuiscomplex met een gasthuis, kapel, begraafplaats, een beijerd en een agrarische component. Met betrekking tot het consumptiepatroon en de materiële cultuur kunnen er voor deze periode belangrijke uitspraken gedaan worden. Aan de hand van uitgebreid archiefonderzoek kon voor de postmiddeleeuwse periode nauwkeurig de inkrimping van het complex, ruimtelijk èn functioneel, worden vastgesteld. In het voormalige Oudemannenhuis, heden ten dage een relict in een modern stedelijk bouwblok, is nu het “Museum of the Image” (MOTI) gevestigd.
We hopen dat we met het onderzoeksrapport de bijzondere geschiedenis van dit complex hebben kunnen visualiseren.



'Tot behoef van de siecken ende armen'


Archeologisch onderzoek naar het Bredase Gasthuis, 1958-2006


Erfgoedrapport Breda 95

foto

Een project van Gemeente Breda, Bureau Cultureel Erfgoed

logo