EASY

DANS - Data Archiving and Networked Services

Search datasets

Close Search help

Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Piet Bergs

Cite as:

Jager, MA E. J. de (Stichting Reis van de Razzia) (): Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Piet Bergs. DANS. https://doi.org/10.17026/dans-2a5-rhnv

2012-12-01 Jager, MA E. J. de (Stichting Reis van de Razzia) 10.17026/dans-2a5-rhnv

Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.

De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.

Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".

Piet Bergs

Piet Bergs werkte al bij de spoorwegen, toen hij werd opgeroepen voor de arbeidsinzet. Hij is in een veewagon richting Duitsland vervoerd. Daar kreeg hij een opleiding, waarna hij moest helpen met het verstrekken van kleding aan Duitsers die woonden in gebombardeerde steden en gebieden. Uiteindelijk is hij met twee vrienden gevlucht, vlak voor de bevrijding door de Amerikanen. Ze hebben wat kleding op een handkar gelegd en die kar meegenomen. Na een voettocht van tien dagen zijn ze bij de Duits-Nederlandse grens aangekomen. Daar hebben ze hun handkar moeten inleveren. Hij heeft één kostuum kunnen meenemen, daar is hij ook in getrouwd. Later bleek dat de douane de spullen zelf heeft meegenomen.

Piet is kort in militaire dienst geweest. Hij zou naar Indonesië gaan, maar is afgekeurd voor de tropen. Kort daarop is hij helemaal afgekeurd en hij heeft zijn werkzaamheden bij de spoorwegen voortgezet. Tussen de thuiskomst en de oproep voor militaire dienst is hij getrouwd. Hij is trots op de wederopbouw, maar heeft niet zoveel met de stad. Tijdens het interview raakt Piet ontroerd en zegt dat hij zijn gevoelens herbeleeft.

Relations