EASY

DANS - Data Archiving and Networked Services

Search datasets

Close Search help

Solleveld, Gemeente Den Haag

Cite as:

Waasdorp, J.A.; Eimermann, E. (): Solleveld, Gemeente Den Haag. DANS. https://doi.org/10.17026/dans-zt3-7j7n

2008-04-09 Waasdorp, J.A.; Eimermann, E. 10.17026/dans-zt3-7j7n

In het najaar van 2004 is door de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag archeologisch onderzoek uitgevoerd in het in de jaren vijftig ontdekte Merovingische grafveld van Solleveld. Daarbij zijn veel nieuwe gegevens aan het licht gekomen.
Allereerst is duidelijk geworden dat grote delen van dit grafveld, dat gedateerd wordt tussen 550 en 650, zijn vernietigd door latere graafwerkzaamheden aan de ene kant en natuurlijke erosie aan de andere kant. Niettemin bleken er ook delen van bewaard gebleven. Tijdens het onderzoek is een aantal nieuwe graven ontdekt. Het ging daarbij enerzijds om de van dit grafveld al bekende in een urn verpakte crematiegraven, acht stuks in totaal, anderzijds om een viertal inhumatiegraven. Dergelijke graven waren tijdens eerder onderzoek niet herkend. Op zich is het voorkomen van dergelijke graven voor deze periode niet bijzonder: alle in Nederland onderzochte grafvelden uit deze periode zijn zowel crematies als inhumaties rijk. Hier ging het echter onder andere om een wapengraf met een uitgebreide wapenset en een bootvormig graf. Wapengraven zijn vrij zeldzaam, al komen ze in bijna alle grafvelden wel voor. Hoewel de precieze betekenis ervan niet geheel duidelijk is, wordt er wel van uit gegaan dat het vooral leden van de elite waren die op die manier werden bijgezet. Daarbij hoeft het niet noodzakelijkerwijs om echte krijgers te gaan, hoewel martialiteit in de vroegmiddeleeuwse samenleving in hoog aanzien stond.
Het bootvormige graf is voor Nederlandse begrippen uniek. Tot nu toe is deze begravingswijze alleen in het buitenland geconstateerd, maar aangenomen mag worden dat dit ritueel in ons land niet op zichzelf heeft gestaan. Ook bij dit graf wordt uitgegaan van een begraving van iemand uit de plaatselijke elite. Het graf heeft een grafkamer gehad, waarvan de wanden met scheepshout waren bekleed. De in groten getale aangetroffen klinknagels zijn daarvan het bewijs. Waarschijnlijk is er een grafheuvel over opgeworpen. Later is er een secundaire bijzetting in uitgevoerd, waardoor de houten grafkamer flink beschadigd is geraakt.
In de directe omgeving van het grafveld is een nederzettingsterrein uit dezelfde periode bekend: Ockenburgh. Het is aannemelijk dat de bij de opgraving gevonden resten afkomstig zijn van mensen die in die nederzetting woonachtig waren. Die nederzetting lag in een gebied dat tot aan het eind van de 7de eeuw deel uitmaakte van ‘Frisia’, een conglomeraat van kerngewesten dat zich vooral langs de kust uitstrekte van de Scheldemonding in het zuiden tot in Denemarken in het noorden. Het is het gebied ook waar een duidelijke Angelsaksische invloed merkbaar is. Scheepsbegravingen behoorden daartoe.
Zoals het er nu naar uitziet raakte het grafveld in het midden van de 7de eeuw in onbruik. Waarschijnlijk heeft wind-erosie toen al vat gekregen op het terrein, en wel zodanig dat toen het terrein enkele eeuwen later als akkergrond dienst ging doen, de uiterlijke kenmerken volledig verdwenen waren en het oppervlak ook minimaal enkele decimeters lager was geworden.
Duidelijk is al met al dat het grafveld van Solleveld buitengewoon belangrijk is voor ons begrip van de samenleving ter plekke in de 6de en 7de eeuw. Dat houdt in dat met het nog resterende deel van het grafveld uiterst voorzichtig zal moeten worden omgegaan. Dat kan het best worden gewaarborgd indien het de status van beschermd monument zou krijgen. De provincie heeft daar al een stap in gezet: op de nieuwe Archeologische monumentenkaart van Zuid-Holland staat het gebied aangemerkt als terrein van hoge archeologische waarde. Een bescherming op gemeentelijk of Rijksniveau moet zeker echter ook worden overwogen.



Solleveld, Gemeente Den Haag

Een opgraving naar een Merovingisch grafveld aan de rand van Den Haag

foto

Een project van de Afdeling Archeologie, Dienst Stadsbeheer, Gemeente Den Haag