Search datasets
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 095
Cite as:
2011-01-01 Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort); Wind, H. (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort); Vries, S. de (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort); Oudesluis, D. (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort); Berg, D. van den (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort) 10.17026/dans-x99-48h7
Groeien op in Grootegast: boerderij met veeteelt en landbouw. Grootvader (teruggekeerd uit de V.S) heeft geld gespaard om een boerderij te kopen en bestaan op te bouwen.
Haalt MULO en volgt 2 jaar middelbare landbouwschool in Groningen. Doet tussendoor de nodige ervaring op in het bedrijf. Zijn zuster volgt Huishoudschool.
In augustus 1941 moet het persoonsbewijs worden afgehaald, waarop de aantekening “Vreemdeling” staat.
In 1942 oproep controle in het Scholtenshuis.
In september oproep zich te melden bij Kamp Amersfoort. Worden met zo’n 150 anderen ondergebracht in het S.S. deel van het kamp. Status burgers VS: Mogen eigen kleding houden, onder toezicht luchten, ontvangen Rode Kruispakket uit Amerika.
Zien dat er in het gevangenendeel van het kamp flink wordt gebouwd, zijn getuige van een gevangene die in elkaar zakt, overeind wordt geslagen en uiteindelijk sterft van uitputting. Lange rijen voor wasgelegenheid en toiletten. Dagelijks wordt het aantal gevangenen geteld, een enkele maal mogen vrouwen douchen. Op 4 oktober 1942 wordt een groep van 42 personen opgesteld voor transport naar huis. Speech van Kotälla: niets vertellen over de andere gevangenen in het kamp die kaal en uitgemergeld rondlopen.
Terug naar Groningen. In de omgeving verricht de Silbertanne groep ogenschijnlijk willekeurige moorden op geliefde streekgenoten.
| Relations | ||
|---|---|---|
|
|