2024-03-28T16:16:11Z
https://easy.dans.knaw.nl/oai/
oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:67013
2022-11-18T23:27:52Z
D30000:D37000
easy-collection:4
10.17026/dans-zp8-dhzm
Koeman, S.M.
Archeodienst BV
Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Bovenhaarweg 6 te Leersum
Archeodienst BV
2016
Archaeology
Archeologisch bureauonderzoek
Inventariserend veldonderzoek
Grondboringen
Economie - Vuursteenwinning (EGVU)
Nederzetting, onbepaald (NX)
Mesolithicum: 8800 - 4900 vC (MESO)
Neolithicum: 5300 - 2000 vC (NEO)
Bronstijd: 2000 - 800 vC (BRONS)
IJzertijd: 800 - 12 vC (IJZ)
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC (LME)
Nieuwe tijd: 1500 - heden (NT)
2015-07-07
2016-11-08
nl
Text
urn:nbn:nl:ui:13-loni-dl
easy-dataset:67013
application/pdf
info:eu-repo/semantics/openAccess
License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de nieuwbouw van een stal.
Het bovenste deel van de bodem (minimaal 40 tot maximaal 80 cm)
bestaat uit een recent pakket. In het oostelijke deel van het plangebied
is hieronder nog een restant van de oorspronkelijke podzolbodem
aangetroffen maar in het algemeen is sprake van een restant van het
plaggendek dat direct op de natuurlijke ondergrond ligt. In ruim de helft
van de boringen is nog een intact restant van het plaggendek aanwezig,
in de overige boringen is het plaggendek verstoord (boring 2 en 3) of
geheel afgegraven (boring 5).
In het bureauonderzoek is aan het plangebied een hoge verwachting
toegekend voor vindplaatsen uit het Mesolithicum tot en met de IJzertijd
en de Late-Middeleeuwen (vanaf de 14e eeuw) tot en met de Nieuwe
tijd. Het archeologische sporenniveau bevindt zich in de top van de Chorizont.
Vermoedelijk is het maaiveld in het verleden niet vlak geweest
maar is sprake van een welving waarbij het oppervlak in noordelijke
richting oploopt. Op basis van een vergelijking tussen de
bodemprofielen en rekening houdend met het oorspronkelijke reliëf is
een inschatting gemaakt van de intactheid van het archeologische
sporenniveau. Hieruit blijkt dat ter plaatse van boring 3 sprake is van
bodemverstoring tot diep in de C-horizont en dat het archeologische
sporenniveau grotendeels is verdwenen. Ook ter plaatse van de stal zal
het archeologische niveau bij de aanleg van de kelders zijn verstoord.
Rondom de voormalige bebouwing is het archeologische sporenniveau
echter intact. Bij het bouwrijp maken van de grond (boring 4 en 5) en de
aanleg van de verharding op het erf (boring 1 en 2) is het
archeologische bodemarchief slechts in beperkte mate aangetast. De
hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het
Mesolithicum tot en met de IJzertijd en Late-Middeleeuwen (vanaf de
14e eeuw) en Nieuwe tijd blijft daarom gehandhaafd voor het
plangebied met uitzondering van het gedeelte dat in het verleden
bebouwd is geweest. Verder is in de onderste laag van het plaggendek
in boring 7 een grote concentratie indicatoren gevonden (baksteen,
houtskool en verbrande leem) wat mogelijk wijst op de aanwezigheid
van een vindplaats uit de Late-Middeleeuwen – Nieuwe tijd. Hierbij kan
worden gedacht aan sporen van oudere voorgangers van de huidige
boerderij.
Wanneer de graafwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw
beperkt blijven tot respectievelijk 50 cm beneden het maaiveld van de
bouwrijp gemaakte grond en 70 cm beneden het maaiveld in de zone
daarbuiten, wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet
noodzakelijk geacht. Wanneer diepere bodemingrepen nodig zijn dan
de hierboven genoemde ondergrenzen, wordt het archeologische
bodemarchief en een mogelijk aanwezige vindplaats bedreigd. In dat
geval wordt vervolgonderzoek in de vorm van een
proefsleuvenonderzoek geadviseerd.
Bovenhaarweg 6
Leersum
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
52.03680969
5.4689656