2024-03-28T17:11:33Z
https://easy.dans.knaw.nl/oai/
oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:113732
2023-12-31T06:07:30Z
D30000:D34000:D34300
D50000:D51000
easy-collection:2:3
easy-collection:1
easy-collection:6
10.17026/dans-zqc-y936
Pluijm, E. van der
Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 051
Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort
2018
Modern and contemporary
history
Psychology
Restaurant Birkhoven
familiecontact
gevangenis Weteringschans te Amsterdam
tankgrachten graven
Organisation Todt - OT
Joep Scholz
Oral History
Tweede Wereldoorlog
Temporal coverage: 1926-2010
Oudesluijs, D.
Berg, D. van den
Wind, H.
Bakker, L.
Financier: Willem Nico Scheepstra Stichting te Hoevelaken
Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort
2010-11-10
2018-11-15
nl
Dataset
urn:nbn:nl:ui:13-c6-ysq0
easy-dataset:113732
application/pdf
application/msword
video/mpeg4
info:eu-repo/semantics/restrictedAccess
DANS License
Geïnterviewde (1926) zit thuis in Amsterdam ondergedoken omdat hij niet voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland wil. Op 29 december 1944 wordt hij samen met zijn twee jaar oudere broer en zijn latere zwager in Amsterdam van de straat geplukt door de Landwacht en in de gevangenis aan de Weteringschans opgesloten. Op 12 januari 1945 worden ze per trein (goederenwagon) naar Kamp Amersfoort vervoerd, waar ze 15 januari uiteindelijk aankomen. Als hij in Kamp Amersfoort zit, krijgt zijn zus via het Rode Kruis Amersfoort informatie dat hij aan het werk is bij restaurant Birkhoven, en daar tankgrachten graaft. Zij bezoekt hem daar meerdere malen en meestal heeft ze iets lekkers of tabak bij zich. De bewaking van dat werkcommando bestaat uit oudere Duitse mannen van de Organisation Todt in plaats van de gebruikelijke SS, en zij hebben geen bezwaar tegen het contact. Zij vonden eigenlijk alles goed als de zaak maar rustig bleef. Geïnterviewde kent namen als Westerveld, Kotälla en Berg als SS-ers die nog al eens gevangenen mishandelden, maar heeft dit zelf nooit ondervonden. Hij heeft ook nooit in de Rozentuin gestaan. Hij herinnert zich ook kamp oudste Scholz als een redelijk man die er het beste van probeerde te maken. Geïnterviewde heeft het beeld dat de laatste maanden voor de bevrijding een en ander steeds minder strak georganiseerd was. Tijdens zijn verblijf krijgen ze twee keer een Rode Kruispakket en een keer Zweeds wittebrood uitgereikt. Nadat zijn broer in maart 1945 kans ziet om te vluchten en zijn zwager is vrijgelaten, moet geïnterviewde begin april 1945 met een groep naar het station voor de reis naar Duitsland. Ze worden ’s nachts op de trein gezet, die echter al snel na vertrek stil komt te staan in Soest. Daar blijkt er geen bewaking meer bij de trein te zijn en iedereen stapt uit. Zelf loopt hij naar het Rode Kruisziekenhuis (RKZ) in Hilversum waar een nicht van hem werkt. Zijn zus komt hem daar ophalen en 10 dagen voor de bevrijding is hij weer thuis.
Amsterdam
Amersfoort
Soest
Hilversum